Op 27 mei stelde Frauke Evens, winnares van de VHL Scriptieprijs 2024, haar thesis voor. In De oliecrisis van 1973 in België. Copingmechanismen in een klimaat (van) crisis onderzocht ze hoe mensen hun leefgewoonten en consumptiegedrag aanpassen wanneer energie plots schaars en duur wordt. Met dit historisch en tegelijkertijd brandend actueel onderwerp wist Frauke eerder al de jury van de scriptieprijs te overtuigen, en tijdens haar lezing eveneens haar publiek.
Proficiat, Frauke!
De redactie van Tijdingen legde Frauke graag nog enkele vragen voor.
Wat bracht je ertoe om voor dit thesisonderwerp te kiezen?
Frauke: “Tijdens de coronacrisis raakte ik gefascineerd door de veerkracht en vindingrijkheid van mensen om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Tegelijkertijd werd ook duidelijk waar de kwetsbaarheden in onze samenleving lagen, welke routines onder druk kwamen te staan en welke tekortkomingen zichtbaar werden.”
“Toen er kort na de pandemie ook een energiecrisis uitbrak en er regelmatig verwezen werd naar de oliecrisis van 1973, besloot ik onderzoek te doen naar de copingmechanismen van huishoudens in de jaren ’70: hoe hebben gezinnen de oliecrisis ervaren en hoe hebben zij hun consumptie- en leefgewoonten aangepast aan een nieuwe realiteit van energietekorten en hoge prijzen? Het leek me bijzonder boeiend om na te gaan hoe mensen in het verleden met zulke situaties omgingen, en wat we daaruit kunnen leren met het oog op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag.”
Welke ontdekking tijdens je onderzoek heeft je zelf het meeste verrast?
Frauke: “Naast de opmerkelijke flexibiliteit en het aanpassingsvermogen van mensen in crisistijd, was het vooral de rol van de oliecrisis als katalysator voor de opkomende milieubeweging in de jaren ’70 die mij het meest verraste. Waar ideeën over klimaatverandering en zorgen over de grenzen van onze planeet aanvankelijk weinig weerklank vonden, bracht de oliecrisis een kentering in dat bewustzijn: men vroeg zich af of het geschetste doemscenario van de Club van Rome werkelijkheid werd.”
“Het heersende crisisgevoel leidde bovendien tot een zuinigere en spaarzame levensstijl. Overheidsmaatregelen zoals autoloze zondagen en algemene snelheidsbeperkingen gingen hand in hand met kleine gedragsveranderingen thuis: radiatoren werden lager gezet, lichten in ongebruikte ruimtes werden gedoofd, deuren en ramen werden gesloten en men koos vaker voor de fiets of het openbaar vervoer. Opvallend is hoe een crisis of enorme druk op een samenleving ruimte biedt voor menselijke vindingrijkheid en technologische vooruitgang. Overheden beperkten zich niet alleen tot besparingen, maar investeerden ook aanzienlijk in hernieuwbare energie. De oliecrisis leek zo de deur te openen naar een duurzamere toekomst.”
“Wat me uiteindelijk misschien nog het meest trof, was hoe snel deze groene piste werd verlaten en hoe snel huishoudens terugkeerden naar hun oude gewoonten zodra olie opnieuw overvloedig en goedkoop beschikbaar was. Een crisis kan nieuwe perspectieven openen en innovatie stimuleren, maar zonder een duurzame verandering in gedrag, houding en overtuiging – bij zowel consumenten als beleidsmakers – blijft vooruitgang kwetsbaar. Als men na de oliecrisis voet bij stuk had gehouden, zou de energietransitie wellicht al verder gevorderd zijn.”
Welke wegen ben je ingeslagen sinds je afstuderen als master in de geschiedenis?
Frauke: “Na mijn afstuderen in 2023 besloot ik mijn blikveld te verruimen met een master in de beleidseconomie. Die stap kwam voort uit mijn interesse in beleidsonderzoek en de wens om maatschappelijke vraagstukken vanuit meerdere invalshoeken te benaderen. Sinds november ben ik doctoraatsonderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, verbonden aan de faculteit Sociale Wetenschappen en het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB). Daar doe ik onderzoek naar klimaatbeleid en rechtvaardige transitie – een thema waar beleid, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid samenkomen. Concreet onderzoek ik hoe veranderingen in ons consumptiegedrag – zoals energiebesparing of duurzamere mobiliteitskeuzes – kunnen bijdragen aan het verkleinen van onze ecologische voetafdruk, zonder daarbij afbreuk te doen aan menselijke basisbehoeften en welzijn. Op die manier sluit mijn doctoraatsonderzoek ook inhoudelijk aan op mijn masterproef, al is de focus nu verschoven van een historisch naar een sociologisch en beleidsmatig perspectief.”